Centraal in het onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam staat kansengelijkheid binnen het onderwijs. Vanuit dit oogpunt segregatie in het onderwijs in kaart gebracht. Met onderwijssegregatie wordt bedoeld een ongelijke verdeling van leerlingen over scholen op basis van ongelijkheden in termen van sociaaleconomische, etnische of andere kenmerken ten opzichte van de woonomgeving.
In de segregatiemonitor primair onderwijs wordt gekeken naar onderwijssegregatie op basis van de sociaaleconomische positie van leerlingen (gemeten door het ouderlijk opleidingsniveau) en hun migratieachtergrond.
Onder de leerlingen stijgt in de periode 2012/2013 tot en met 2021/2022 het aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders en daalt het aandeel leerlingen met een niet-Westerse migratieachtergrond. De stijging van aandeel hoogopgeleide
ouders komt door de toename van hoogopgeleide ouders met een niet-Westerse achtergrond. Onder de leerlingen neemt de derde generatie toe.
In de periode 2012/2013 tot en met 2021/2022 neemt het aandeel scholen toe waar meer dan 80% van de leerlingen hoogopgeleide ouders hebben en tegelijkertijd is er een afname van het aandeel scholen met een laag aandeel leerlingen met hoogopgeleide ouders (20% of minder). Er is een verschuiving in segregatie: er komen scholen bij die vooral leerlingen hebben met hoogopgeleide ouders. Dit laatste is niet het geval in NPRZ-gebied. Daar neemt het aandeel scholen met 20% of minder leerlingen met hoogopgeleide ouders wel steeds verder af, maar zijn er nauwelijks of geen scholen met 80% of meer leerlingen met hoogopgeleide ouders.
In de periode 2012/2013 tot en met 2021/2022 nam het aandeel scholen waarvan meer dan 80% van de leerlingen een niet-Westerse migratieachtergrond hebben flink af. Het aandeel scholen met 20% of minder leerlingen met een niet-Westerse migratieachtergrond is na een lichte stijging weer gedaald. Het aandeel basisscholen dat een afspiegeling vormt van de wijk naar beide achtergrondkenmerken is al jaren redelijk stabiel.