Dit rapport geeft uitkomsten van een onderzoek naar hoe overlast van studenten in de wijk Kralingen worden ervaren.
Op donderdag 6 juni 2024 was de verkiezing voor het Europees Parlement. Zoals bij iedere verkiezing waren er in de gemeente Rotterdam vele vrijwilligers actief in diverse functies op stemdag en teldag (de dag na de verkiezing). Na de verkiezing is de vrijwilligers gevraagd hun ervaringen en tips over de organisatie van de verkiezing te delen met Team Verkiezingen 010. De vrijwilligers hebben daartoe een vragenlijst ingevuld over hun aanmelding, het instructiemateriaal, de gang van zaken op het stembureau, het tellen en controleren op lijstniveau, en over het tellen in Ahoy. Hun ervaringen worden vergeleken met die van vrijwilligers bij voorgaande verkiezingen.
Eindrapport evaluatieonderzoek effect inzet Praktijkondersteuner Huisartsen Jeugd en Gezin in de Rotterdamse huisartspraktijk
De inzet van de Praktijkondersteuner Huisartsen Jeugd & Gezin (POH J&G) in de huisartspraktijk maakt deel uit van een pakket aan maatregelen dat de gemeente Rotterdam vanaf 2020 neemt om het gebruik en de kosten van de tweedelijns jeugdhulp, met name de Jeugd-GGZ (J-GGZ), te verminderen en de kwaliteit van de jeugdhulp te verbeteren.
Uit het onderzoek blijkt dat de POH J&G duidelijk bijdraagt aan de kwaliteit van de jeugdhulp met name door het bieden van vroegtijdige, passende (overbruggings)zorg en gerichte verwijzingen. Er is geen aantoonbaar effect op het gebruik en de kosten van ambulante GGZ. Nader onderzoek is nodig om langetermijneffecten en effecten bij kinderen met een verschillende sociaaleconomische- en culturele achtergrond vast te stellen.
Bijna een jaar na de invoering van het de horecaregeling ‘Uurtje langer’ is er gekeken naar de effecten van deze regeling. Hierbij zijn de horecaondernemers bevraagd en zijn er ook analyses gedaan op vier registratiebestanden die overlast meten. Is Rotterdam door de invoering van de regeling inderdaad meer levendig geworden, zonder dat de leefbaarheid is verslechterd?
Hoewel het lerarentekort in Rotterdam zoals elders in het land een probleem is, is zowel het aantal Rotterdamse studenten als het aantal Rotterdamse gediplomeerden aan lerarenopleidingen door de jaren heen gestegen. Dit is opvallend omdat deze aantallen in zowel Nederland als de G4 zijn gedaald. De toename is vooral te zien bij opleidingen tot leraar in het voortgezet, basis- en het beroepsonderwijs. Het aantal studenten en gediplomeerden dat een opleiding tot leraar in het speciaal onderwijs heeft gevolgd is, net als in geheel Nederland en de G4, meer dan gehalveerd.
Het aantal Rotterdamse leraren is in de onderzoeksperiode vrijwel gelijk gebleven. Het aantal leraren in geheel Nederland en de G4 is door de jaren heen licht gestegen. De verhouding van het aantal Rotterdamse leraren naar geslacht, leeftijd en per soort onderwijs is door de jaren nauwelijks gewijzigd. Ook de gemiddelde baanomvang is door de jaren heen nauwelijks veranderd.
In Rotterdam worden de leerkrachten in het basisonderwijs iets vaker hoger ingeschaald dan landelijk. In de G4 zitten de leraren in het voortgezet en speciaal onderwijs iets vaker in een hogere schaal dan in Rotterdam en Nederland als geheel.
In 2022/’23 werkte 82% van de Rotterdamse leraren op een Rotterdamse school; 34% woonde ook in Rotterdam. Leraren met een diploma tot werken in het basisonderwijs wonen en werken vaak in Rotterdam en hebben gemiddeld de kortste reisafstand.
Het aandeel leraren dat buiten Rotterdam woont en in Rotterdam werkt, is het hoogst onder leraren met een diploma tot werken in het beroepsonderwijs. Deze leraren hebben ook de grootste gemiddelde reisafstand.
De monitor wordt door de gemeente Rotterdam gebruikt bij de aanpak van het lerarentekort.
Feitenkaart over het opleidingsniveau van Rotterdammers op gebieds- en buurtniveau in 2022 op basis van door OBI bewerkte gegevens van het CBS. Deze versie vervangt de eerdere versie met voorlopige gegevens.