Hoewel het lerarentekort in Rotterdam zoals elders in het land een probleem is, is zowel het aantal Rotterdamse studenten als het aantal Rotterdamse gediplomeerden aan lerarenopleidingen door de jaren heen gestegen. Dit is opvallend omdat deze aantallen in zowel Nederland als de G4 zijn gedaald. De toename is vooral te zien bij opleidingen tot leraar in het voortgezet, basis- en het beroepsonderwijs. Het aantal studenten en gediplomeerden dat een opleiding tot leraar in het speciaal onderwijs heeft gevolgd is, net als in geheel Nederland en de G4, meer dan gehalveerd.
Het aantal Rotterdamse leraren is in de onderzoeksperiode vrijwel gelijk gebleven. Het aantal leraren in geheel Nederland en de G4 is door de jaren heen licht gestegen. De verhouding van het aantal Rotterdamse leraren naar geslacht, leeftijd en per soort onderwijs is door de jaren nauwelijks gewijzigd. Ook de gemiddelde baanomvang is door de jaren heen nauwelijks veranderd.
In Rotterdam worden de leerkrachten in het basisonderwijs iets vaker hoger ingeschaald dan landelijk. In de G4 zitten de leraren in het voortgezet en speciaal onderwijs iets vaker in een hogere schaal dan in Rotterdam en Nederland als geheel.
In 2022/’23 werkte 82% van de Rotterdamse leraren op een Rotterdamse school; 34% woonde ook in Rotterdam. Leraren met een diploma tot werken in het basisonderwijs wonen en werken vaak in Rotterdam en hebben gemiddeld de kortste reisafstand.
Het aandeel leraren dat buiten Rotterdam woont en in Rotterdam werkt, is het hoogst onder leraren met een diploma tot werken in het beroepsonderwijs. Deze leraren hebben ook de grootste gemiddelde reisafstand.
De monitor wordt door de gemeente Rotterdam gebruikt bij de aanpak van het lerarentekort.
Feitenkaart over het opleidingsniveau van Rotterdammers op gebieds- en buurtniveau in 2022 op basis van door OBI bewerkte gegevens van het CBS. Deze versie vervangt de eerdere versie met voorlopige gegevens.
Feitenkaart over het opleidingsniveau van Rotterdammers op gebieds- en buurtniveau in 2023 op basis van door OBI bewerkte gegevens van het CBS. Het betreft hier voorlopige gegevens; in het najaar van 2025 zal een 2e druk met definitieve gegevens verschijnen.
Tabellenrapport over de beantwoording van de vragen uit de Omnibusenquête 2024 (“Rotterdammers en hun stad”) over mobiliteit in Rotterdam. Naast het gebruik van vervoermiddelen is gevraagd naar de opvattingen van de Rotterdammers over verschillende onderwerpen op het gebied van mobiliteit in Rotterdam. Het rapport bevat ook vergelijkingen met de uitkomsten uit eerdere jaren.
Dit rapport beschrijft de resultaten van een exploratief onderzoek naar de relatie tussen vertrouwen in de overheid en beleving van de buitenruimte. Een onderzoek dat gedaan is met gegevens van het Wijkprofiel.
De technische verantwoording geeft een uitgebreide beschrijving van de aanpak, analyses en de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen vertrouwen van Rotterdammers in de lokale overheid en hoe zij de buitenruimte beleven.
NB: Vanwege de omvang en de hoeveelheid tabellen “in de technische verantwoording” voldoet deze rapportage niet aan de eisen van de digitale toegankelijkheid. Voor vragen hierover kan contact worden opgenomen met de genoemde onderzoekers.
De wijze waarop de burgemeester zijn bevoegdheden inzet in het kader van overlastgevende personen staat in de ‘Beleidsregel overlastgevende personen 2016’. Directie Veiligheid wil die beleidsregel actualiseren, onder andere vanwege de geconstateerde toename van het aantal persoonsgerichte maatregelen en een toename in diversiteit van overlastgevende personen. Dit rapport richt zich op de evaluatie en toekomstbestendigheid van de beleidsregel en op de veranderende maatschappelijk context daarvan. Er zijn omgevingsscenario’s ontwikkeld, waarin verschillende ontwikkelingsrichtingen van het maatschappelijke veld en het beleidsveld voor de komende 5-10 jaar zijn beschreven. Aan de hand van die scenario’s is nagedacht over de manier waarop de samenleving zich kan gaan ontwikkelen en welke gevolgen dat zou hebben voor de beleidsregel. Een goede beleidsregel blijft goed werken, ongeacht welk scenario uitkomt.